De zon brandt op je nek terwijl het gras onder je voeten dor en geel kleurt. Een week later klettert de regen zo hard op de tegels dat het water niet eens meer weg kan. Herkenbaar? Ons Nederlandse klimaat verandert. Zomers worden heter en droger, en regenbuien heviger en korter. Gelukkig kun je daar in je eigen tuin veel aan doen. Met een paar slimme keuzes maak je je tuin niet alleen bestand tegen hitte, droogte en stortbuien, maar ook mooier en levendiger.
Waarom een klimaatbestendige tuin belangrijk is
De afgelopen jaren zien we steeds vaker periodes van extreme droogte, gevolgd door plotselinge, heftige regenval. Het riool kan die hoeveelheid water niet aan, waardoor straten blank staan en tuinen vollopen. Tegelijkertijd lijdt het groen onder de droogte: planten verbranden, gras verdort en jonge bomen hebben het zwaar.
Een klimaatbestendige tuin helpt je om beter om te gaan met die extremen. Door regenwater op te vangen, hitte te verminderen en de bodem gezond te houden, maak je van je tuin een mini-ecosysteem dat zichzelf grotendeels in balans houdt. En dat voelt niet alleen goed, het ziet er ook fantastisch uit.
Begin met de bodem
Een gezonde tuin begint onder de grond. De bodem bepaalt hoe goed water wordt vastgehouden en hoe sterk planten kunnen wortelen.
Bodem verbeteren
In veel tuinen ligt een harde, dichte klei- of zandlaag. Dat houdt water niet goed vast of laat het juist te snel weglopen. Voeg daarom elk jaar een laag compost toe. Compost maakt de grond luchtiger en helpt vocht beter vasthouden.
Heb je zware kleigrond, meng er dan wat grof zand of bladmulch doorheen. Bij lichte zandgrond helpt het juist om organisch materiaal toe te voegen, zodat water niet te snel wegzakt.
Bodem bedekt houden
Laat de bodem nooit helemaal kaal. Kale grond droogt uit en spoelt makkelijk weg bij regen. Bedek de bodem met mulch, houtsnippers of bodembedekkers. Dat houdt vocht vast en beschermt het bodemleven.
Minder tegels, meer groen
Een van de belangrijkste stappen richting een klimaatbestendige tuin is het verminderen van verharding. Elke tegel minder helpt.
Water laten infiltreren
Tegels zorgen ervoor dat regenwater niet in de bodem kan trekken. Bij stortbuien stroomt het dan naar het riool of je terras op. Door tegels te vervangen door beplanting of halfverharding (zoals grind, schelpen of boomschors) geef je het water de kans om weg te zakken.
Groene plekken creëren
Vervang bijvoorbeeld een deel van je terras door plantenbakken met diepwortelende planten. Of leg een smalle strook gras of vaste planten langs de schutting. Zelfs een paar vierkante meter groen maakt al verschil in temperatuur en wateropname.
Planten die tegen een stootje kunnen
Kies planten die passen bij ons veranderende klimaat. Niet alles wat in een tuincentrum staat, is geschikt voor hete zomers of zware regenval. Door soorten te combineren die goed tegen droogte kunnen met planten die vocht juist waarderen, blijft je tuin ook in extreme omstandigheden in balans.
Planten die diep wortelen, grijs blad hebben of van nature in Nederland voorkomen, zijn vaak de sterkste keuze. Denk aan lavendel, zonnehoed, salie of siergrassen die goed tegen zon en wind kunnen. Voor plekken waar het water wat langer blijft staan, doen varens en kattenstaart het uitstekend.
Een mooi overzicht van planten die passen bij verschillende bodemtypen en omstandigheden vind je in de selectie van sterke, klimaatbestendige soorten. Daarmee kun je je beplanting nog beter afstemmen op jouw tuin en de lokale grondsoort.
Zorg ook voor een mix van soorten en hoogtes. Dat maakt de tuin veerkrachtiger. Als de ene plant het moeilijk heeft in een droge zomer, nemen andere soorten het over. Zo blijft je tuin het hele jaar door aantrekkelijk en vol leven.
Planten voor droogte
Sommige planten kunnen goed tegen droogte, zoals lavendel, salie, rozemarijn, siergrassen (zoals Pennisetum en Festuca) en zonnehoed (Echinacea). Deze soorten hebben vaak grijs of behaard blad waarmee ze vocht beter vasthouden.
Planten voor vochtige plekken
In lage delen van je tuin kun je beter kiezen voor planten die van vocht houden. Denk aan varens, kattenstaart, lisdodde of moerasvergeet-mij-nietje. Die kunnen prima een paar dagen met natte voeten staan.
Variatie in beplanting
Zorg voor een mix van soorten en hoogtes. Dat maakt de tuin veerkrachtiger. Als de ene plant het moeilijk heeft in een droge zomer, nemen andere soorten het over. Zo blijft je tuin het hele jaar door aantrekkelijk.
Schaduw en verkoeling
Hittestress is niet alleen vervelend voor mensen, maar ook voor planten en dieren. Een slimme inrichting helpt je tuin koel te houden.
Bomen planten
Bomen zijn natuurlijke airco’s. Ze geven schaduw, verdampen water en verlagen de temperatuur in de tuin met enkele graden. Kies soorten met een niet te grote kruin, zoals een amberboom, sierappel of krentenboom. Heb je weinig ruimte, overweeg dan een meerstammige boom of leiboom.
Groene daken en gevels
Heb je een schuur of fietsenhok? Een groen dak houdt warmte tegen en vangt regenwater op. Klimplanten tegen een muur, zoals klimop, wilde wingerd of kamperfoelie, zorgen voor schaduw en beschermen de gevel tegen hitte.
Regenwater opvangen en benutten
Water dat uit de lucht komt, is gratis en vaak zachter dan kraanwater. Zonde om dat zomaar weg te spoelen.
Regenton of regenpijp afkoppelen
Sluit een regenton aan op je regenpijp. Zo vang je liters water op die je later kunt gebruiken voor je planten. Heb je meer ruimte, maak dan een wadi of kleine greppel waar water tijdelijk kan blijven staan en langzaam in de grond zakt.
Slimme afwatering
Zorg dat je tuin niet naar je huis afloopt, maar juist van de gevel af. Een grindgoot of lage beplante strook helpt het water beter verspreiden. Combineer dat met een licht glooiend terrein zodat het water naar planten en niet naar het terras stroomt.
De kracht van biodiversiteit
Een tuin die leeft, kan beter omgaan met veranderingen. Hoe meer soorten planten, insecten en vogels, hoe stabieler het ecosysteem.
Inheemse planten
Inheemse planten zijn soorten die van nature in Nederland voorkomen. Ze zijn gewend aan ons klimaat en trekken lokale insecten aan. Denk aan wilde marjolein, duizendblad, veldsalie of knoopkruid.
Ruimte voor dieren
Maak plek voor egels, vogels en insecten. Een stapel takken, een rommelhoekje of een klein vijvertje doet wonderen. Water trekt leven aan, van libellen tot kikkers.
Een tuin die met de seizoenen leeft
Een klimaatbestendige tuin verandert mee met het weer. Door niet alles strak aan te leggen, geef je ruimte aan natuurlijke processen.
Minder maaien
Laat een deel van je gazon wat langer groeien of maai pas later in het seizoen. Dat vermindert verdamping en biedt voedsel voor insecten.
Blad laten liggen
Laat gevallen blad in de borders liggen. Het beschermt de bodem en vormt langzaam humus. Alleen van het gazon kun je het beter verwijderen om verstikking te voorkomen.
Natuurlijke grenzen
Vervang dichte schuttingen door groene hagen of schermen met klimplanten. Ze laten wind door, bieden schaduw en zijn beter voor vogels en insecten.
Kleine aanpassingen met groot effect
Je hoeft niet alles tegelijk te doen. Begin klein. Elke stap maakt verschil.
- Vervang een paar tegels door groen.
- Zet een regenton neer.
- Plant één boom.
- Laat de bodem bedekt met mulch.
Na een tijdje merk je dat de tuin koeler blijft in de zomer en beter bestand is tegen hevige regen. En het mooiste? Je creëert een plek waar jij én de natuur zich thuis voelen.